Pure passie sinds 1911.
Dat is Benelli. Maar het merk uit Pesaro is natuurlijk nog veel meer. Meer dan 100 jaar baanbrekende modellen, geavanceerde technologieën, overwinningen en wereldvermaarde piloten; emotie en innovatie die samensmelten tot een legendarische nalatenschap.
Elegant en sportief, wordt elke Benelli ontworpen om tegemoet te komen aan de eisen van elke motorrijder én om de ultieme rijervaring te creëren, terwijl ook belangrijke zaken als verbruik en respect voor het milieu niet uit het oog verloren worden. Die uitdaging gaat Benelli elke dag aan, en ze is de primaire doelstelling van de hele Benelli-groep.
Een Benelli heeft persoonlijkheid in overvloed en is instant herkenbaar aan zijn opwindende design en onmiskenbare sportieve look. In de R&D-afdeling in Pesaro werkt een team experts intensief samen, hier worden de meest innovatieve designconcepten uitgekiend die vervolgens in elke Benelli geïmplementeerd worden. Daarbovenop kan Benelli rekenen op een wijdvertakt en efficiënt wereldwijd distributienetwerk
Sinds 2005 maakt Benelli deel uit van de QJIAN JIANG Group (Q.J.), China’s grootste motorfietsproducent. De groep produceert jaarlijks 1.200.000 voertuigen, de 14.000 werknemers zijn tewerkgesteld in een ultramoderne fabriek in Wenling, ongeveer 500 km van Shanghai. De productiefaciliteit beslaat de oppervlakte van een kleine stad.
Het historische, legendarische merk uit Pesaro verbreedt zijn horizon en ziet het groots. Helemaal klaar voor de uitdagingen van de toekomst combineert Benelli Italiaans karakter, design en engineering met de zakelijke aanpak en de globale visie van een grote groep als Q.J.
De gloednieuwe modellen zijn stuk voor stuk geïnjecteerd met het DNA en de geschiedenis van Benelli, met een originele look, innovatie en de kroniek van een sterk merk. Benelli wil de wereld in beweging brengen, en zijn klanten de toekomst in katapulteren. Benelli opent deuren voor vroegere, huidige en toekomstige motorfietsliefhebbers, en dat doen we met tweewielers die innovatie designs en cutting edge technologie samensmelten in een makkelijk te rijden motorfiets.
Zes broers - één verhaal - één legende
In de lente van 1911 investeert weduwe Teresa Benelli het volledige familiekapitaal in een werkplaats om haar zes zonen een vaste baan te verzekeren: Giuseppe, Giovanni, Filippo, Francesco, Domenico en Antonio ‘Tonino’ Benelli.
Aanvankelijk is het atelier enkel een garage waar onderhoud wordt uitgevoerd en waar reserveonderdelen voor auto’s en motoren worden vervaardigd. Maar de ambitie van de zes broers reikt veel verder: ze willen motorfietsen bouwen. Acht jaar later, in 1919, ziet het eerste motorblok het levenslicht; de tweetakt 75cc wordt in een fietsframe gelepeld – wat echter geen bevredigend resultaat oplevert. In december 1921 is er dan eindelijk de eerste echte Benelli motorfiets: de Velomotore is een 98cc tweetakt, hij bestaat in twee versies: Touring en Sport (125cc). In 1923 volgt nog een 147cc.
Met die motor rijgt Tonino Benelli de overwinningen aan elkaar en vestigt daarmee de naam van Benelli in heel Europa. In 1926 ontwerpt Giuseppe Benelli een nieuwe motorfiets, een 175cc viertakt met een enkele bovenliggende nokkenas. De prestaties moeten niet onderdoen voor die van een motor met grotere longinhoud. Tonino wint talloze wedstrijden en wordt Italiaans kampioen in 1927, 1928, 1930 en 1931.
De productie wordt opgedreven en de verkoopsuccessen (de 175cc wordt in vier verschillende versies geproduceerd tot 1934, dan nemen een 250cc en 500cc het over) leiden al gauw tot de uitbreiding van de fabriek. In 1932 kopen de broers de bijgebouwen van de houtzagerij aan de 'Viale Principe Amedeo' - intussen de 'Viale Mameli'.
Twee jaar later, in 1934, introduceert Benelli twee nieuwe racemotoren: een 250cc twin cam, en een 500cc. In 1940 presenteert Benelli een 500cc zijklepper en een fantastische racer (een viercilinder met dubbel bovenliggende nokkenassen en supercharger, die evenwel nooit op het circuit zal rijden), maar het uitbreken van de oorlog dwingt de fabriek ertoe vanaf dan enkel nog militaire voertuigen te produceren.
De fabriek in Pesaro bevindt zich met 800 werknemers op het hoogtepunt van haar succes, maar ze wordt verwoest in het oorlogsgeweld. Bombardementen door de Geallieerden en plunderingen door de nazi’s reduceren de fabriek tot een ruïne en wat lege schuren.
Maar de Benelli broers geven niet op. Ze bouwen alles weer op en beginnen de ca. duizend achtergelaten – veelal Britse – militaire motorfietsen om te bouwen voor burgergebruik. In 1947 worden ook de raceactiviteiten hervat.
1947 is een heuse mijlpaal voor Benelli: de fabriek contracteert racer Dario Ambrosini en op 14 oktober kondigen de broers aan dat ze de productie van motorfietsen zullen voortzetten. De sportieve successen van het nieuwe Benelli leiden in 1950 tot het wereldkampioenschap: Ambrosio pakt de kroon in de 250cc-klasse.
Aan het eind van de jaren veertig verlaat Giuseppe Benelli het bedrijf na aanhoudende onenigheid met zijn broers.
Het zijn de begindagen van Motobi, met de klassieke twee- en viertakt ovalen blokjes met kleine en middelgrote longinhoud. Niet alleen een nieuw verkoopsucces, ook in de racerij wordt er succes geboekt met meer dan 1.000 overwinningen in de jaren 50 en 60.
In 1951 komt Benelli met de Leoncino. De verkoop piekt op het moment dat Benelli in 1953 de eerste ‘Motogiro d’Italia’ wint, met Tartarini in het zadel.
Tien jaar later, in 1961, viert het bedrijf uit Pesaro zijn 50-jarig bestaan. In het daaropvolgende jaar willen Benelli en Motobi de crisis in de motorfietsindustrie het hoofd bieden door samen te smelten. Het zijn de heroïsche jaren van Renzo Pasolini en Tarquinio Provini, van de viercilinder 250cc en van de tweede wereldtitel in 1969 met de Australische racer Kelvin Carruthers.
In de jaren 60 rolt er een ruim scala aan tweewielers van de band bij Benelli-Motobi: van scooters tot de Tornado, een 650cc tweecilinder en de laatste originele Benelli-creatie. In 1972 wordt het bedrijf opgekocht door de Argentijnse ondernemer Alejandro De Tomaso. Onder zijn bewind wordt een nieuwe, moderne fabriek gebouwd en ook het modelgamma wordt hernieuwd en uitgebreid met multi-cilinders en een prestigieuze 750cc zescilinder: de eerste zescilinder die in serie geproduceerd en voor het grote publiek te koop was.
De Japanse concurrentie wordt steeds feller en technisch geavanceerder.
De ondergang komt gestaag, maar is onvermijdelijk en in 1988 wordt Benelli op de knieën gedwongen. Industrieel en tycoon Giancarlo Selci, eigenaar van de Biesse Group, redt het legendarische merk van een onzekere toekomst en koopt Benelli op 23 oktober 1989.
Het bedrijf mikt op de scootermarkt met twee modellen: de Devil en de Scooty. Er lijkt een nieuw tijdperk aangebroken, maar na de aanvankelijke euforie zien de vooruitzichten er opnieuw niet geweldig uit.
In 1995 verwerft de Merloni Group van Fabriano het grootste aandeel in het historische merk. Andrea Merloni, zoon van Vittorio, leidt het nieuwe bedrijf en maakt een frisse start met een agressief uitziende scooter, de '491'.
Er volgen nieuwe ambitieuze projecten, scooters en zelfs sportmotoren: de Tornado 900cc driecilinder, die zal deelnemen aan het WSBK, en de TnT 1130cc. Maar al gauw stond Benelli voor een nieuwe crisis.
In december 2005 werd Benelli onderdeel van de Q.J. Group, bekroond met de Motorexporteur van het Jaar Award.
De ca. 670.000 m2 productiefaciliteit is uitgerust met uiterst geavanceerde en uit Europa en de VS geïmporteerde machines die onderdelen produceren. Het bedrijf, met een kapitaal van meer dan 750 miljoen dollar, is al sinds 1999 beursgenoteerd en produceert ook quads, elektrische fietsen, grasmachines, golfkarretjes, generatoren, pompen en andere tuinmachines. 20% van de productie is bestemd voor export, onder meer naar de VS en Europa. Qian Jiang is gericht op kwaliteit en verwierf al in 1997 het internationaal erkende ISO 9001 certificaat.
Met dit kapitaal achter de hand, en dankzij een energieke synergie tussen Italië en China, vestigt Benelli Q.J. zicht opnieuw op de wereldwijde markt. In 2011 vierde het merk zijn honderdjarige bestaan.